Hoe kunnen we helpen?

Categorieën

Het Peter principe

U bent hier:
< Terug naar overzicht

Het Peter principe

© J.C.Harry van Ingen


In 1969 verscheen het boek The Peter principle, verschenen, geschreven door journalist en schrijver Raymond Hull in samenwerking met de hoogleraar Laurence Peter. Peter had zich jarenlang bezig gehouden met het onderzoek naar incompetentie en de theorie hoe incompetentie ontstaat. Het was Hull opgevallen dat er zoveel misging in organisaties en dat er veel ongelukken gebeurden. Hij vroeg zich af waardoor het misgaan veroorzaakt werd. Door zijn ontmoeting met Peter kwam hij er achter dat wat er misging werd veroorzaakt door incompetentie van medewerkers op alle niveaus.


In Nederland is het boek verschenen onder de titel Het Peter principe met als subtitel Waarom alles altijd mis gaat. Het is een veelgelezen boek geworden en The Peter principle is als begrip in de spreektaal alom bekend. Deze uitgave geeft fictieve en uitvergrote, doch zeer herkenbare voorbeelden én veel begrippen, alle met een knipoog. Het opnieuw lezen -ook door de bijzondere en humoristische schrijfstijl- is zeker de moeite waard. Het boek zet aan tot nadenken over de eigen situatie, zowel in het werk als in de organisatie. Het principe wordt niet alleen verder uitgewerkt voor situaties op het werk, maar ook voor die in de politiek en in het (dagelijkse) leven.


Het Peter principe luidt: “In een hiërarchie zal elke werknemer gewoonlijk opklimmen tot hij zijn niveau van incompetentie bereikt heeft”. “Heeft men eenmaal dat niveau bereikt dan zal men daar tot het einde van zijn loopbaan blijven zitten met alle gevolgen van dien”. De tegenhanger van het Peter principe is dat het werk wordt gedaan door die werknemers die hun niveau van incompetentie nog niet hebben bereikt.


De vaardigheden die op een lager niveau wel werken, gaan op het niveau waarin men zijn incompetentie bereikt, de medewerker en zijn functioneren tegenwerken. Stel dat men in zijn werk gewend is om administratief gedetailleerd te werk te gaan. Het gaat echter mis als die aanpak op een hoger niveau wordt voortgezet, aangezien men daar juist de zaken op hoofdlijnen met behandelen.


Herkenning incompetentie

Hoe kan incompetentie worden herkend? Met name omdat de incompetente werknemer gedrag gaat vertonen die niet bij de functie past. Een van vele voorbeelden die genoemd worden is papyromanie, dat wil zeggen: men heeft veel papieren op het bureau om voor te wenden dat men het erg druk heeft. Een ander voorbeeld is de bijzaakspecialisatie. Het begrip moge duidelijk zijn. Men gaat zich bezig houden met onbelangrijke en gedetailleerde zaken. Zo worden er in het boek van Hull en Peter een groot aantal illustraties beschreven waaruit men kan opmaken dat iemand zijn niveau van incompetentie heeft bereikt. De vraag die dan al snel rijst is: waarom doen de verantwoordlijken niets aan de ontstane situatie? Een verklaring daarvoor is dat de mensen die daarover zouden mogen besluiten daarmee hun eigen incompetentie laten zien. Men heeft de verkeerde persoon op deze positie gezet. Incompetentie houdt zichzelf en de hiërarchie in stand. ‘Gewone’ incompetentie is derhalve veelal geen reden tot ontslag. Supercompetentie, naast superincompetentie, komt ook voor. Supercompetentie leidt in de regel wel tot ontslag omdat deze d hierarchie aanast die in stand gehouden moet worden. Supercompetent zijn betekent eigenlijk vrij vertaald: slimmer zijn dan de baas.

De vraag is of het Peter principe in deze tijd nog steeds geldt en of de inzichten van destijds overeenkomen met die van nu. Of zijn zij veranderd?

In deze tijd van competenties, competentieprofielen, eerder verworven competenties (EVC’s), het aansturen op competenties, competentiemanagement, et cetera, zou verwacht mogen worden dat het Peter principe niet meer van kracht is. Toch gaat er nog steeds veel mis. Het nieuws staat regelmatig bol van de berichten dat er weer iemand moet vertrekken vanwege de slechte resultaten of als gevolg van mismanagement. Meestal gepaard gaande met een ontslagvergoeding die in de samenleving weinig begrip krijgt. Is dat niet een aanwijzing dat het Peter principe nog steeds geldig is?

Zelfkennis, zelfonderzoek en betere beoordelingsmethodieken zouden het probleem van het Peter principe kunnen verkleinen. Het vergt veel zelfkennis of men zichzelf geschikt acht voor een promotie of niet. Het hogere salaris en de groeiende status zouden wel eens de (verkeerde) drijfveer kunnen zijn.

Er zijn maar weinigen die de verleiding van een betere positie kunnen weerstaan, men moet dus stevig in zijn schoenen staan. Velen zijn te paaien met een baan, die zonder gedegen zelfonderzoek zou kunnen leiden tot het Peter principe.


Een van Peters “voorbehoedsmiddelen”, zoals dat wordt genoemd is dat men moet streven om de kwaliteit van het leven te verbeteren. Daarmee kan incompetentie worden vermeden en de verleiding van de laatste en mogelijk teleurstellende promotie worden voorkomen. Dat betekent dus op tijd inzien wat het hoogste niveau is dat men kan maar ook wil bereiken. Ik wens u daarom het juiste niveau toe.


KIJK op het noorden, december 2007, 334, pagina 48

Inhoud